De donor chronicles zes maanden later...
Het is inmiddels bijna een half jaar geleden dat ik DAT telefoontje op een vrijdagmiddag kreeg van het FIOM. Ik kan mij nog de vlinders en tegelijkertijd de steen in mijn maag herinneren toen ik het nummer deels herkende. De dagen of weken erna kan ik mij nog amper herinneren.
Er gaan weken voorbij waarin ik er nauwelijks bij stil sta. Maar er zijn ook dagen waarop ik gevoelsmatig op een druk perron sta en iedereen aan mij voorbij rent. Dan voelt het bestaan van zoveel broers en zussen of hoe ik überhaupt bent ontstaan onwerkelijk en overweldigend. De momenten dat het een formeel onderwerp is zoals de afsluiting van het externe onderzoek maken het nog echter en ook confronterender. Alles gaat door, een nieuwe baan en het opgroeien van ons kind. In de kleine stukjes van mijn tijd die dan nog overblijven moet ik deze hele wetenschap nog verwerken.
Een paar weken terug vroeg iemand of iets in de familie voorkwam. Voor ik het wist floepte ik er uit "dat is nogal lastig want ik heb meer dan 35 broers en zussen".
De afgelopen zes maanden heb ik best al wel een flink aantal van hen mogen ontmoeten. En ik ben zo trots om deel uit te mogen maken van zo een grote groep mooie mensen. Automatisch ga je op zoek naar de overeenkomsten die je hebt met elkaar of juist de verschillen. In de een herken je je misschien meer in het uiterlijk en de ander lijkt meer qua karakter. Een ding wat continu terugkomt. Kaas. Kaas. En kaas. Een voorliefde voor kaas.
Afgelopen week werden de resultaten van een extern onderzoek aan ons gepresenteerd. Een punt wat veel vragen oproept is het recht hebben op niet-weten. Wat voor het ziekenhuis betekent dat zij niet actief de vrouwen of ouderparen zullen gaan benaderen die zijn behandeld.
Ik ben trots op de broers en zussen die openheid geven in de media en zich daarmee ook kwetsbaar opstellen. Ieder kind heeft het recht om te weten van wie hij/zij afstamt. Ik hoop dat het delen van onze ervaringen nog meer ouders of kinderen aanspoort om hierover met elkaar in gesprek te gaan. Je afkomst mag geen taboe zijn, de tijd waarin wij zijn geboren is niet meer. Dat we het taboe met z'n allen verder mogen afbreken.
Reacties
Een reactie posten