"I'd rather be a lover than a fighter
'Cause all my life, I've been fighting
Never felt a feeling of comfort, oh
And all this time, I've been hiding"
Als ik alleen ben heb ik tenminste niets te verliezen. Als ik alleen ben word ik niet gekwetst. Als ik alleen ben kan niemand mij afwijzen. Als ik maar onopvallend ben genoeg ziet niemand mij. Als ik alles goed doe val ik niet op. In een onveilige jeugd waren dit de dingen die ik veel te jong mijzelf toefluisterde. Het fluisteren groeide naar een rotsvast geloof als volwassene dat ik beter alleen kon zijn. Ik was als kind al zoveel "verloren" als ik al iets of iemand had, ik geloofde er niet in dat als ik later "groot" zou zijn het anders zou zijn. Ik kon maar beter geen vriendjes of vriendinnetjes maken en ik kon ook maar beter niets over mijzelf vertellen. En er was niemand die mij beter leerde. Ik werd een volwassene die er op vertrouwde dat als ik alleen zou zijn ik ook nooit meer verlaten zou kunnen worden. Ik dacht dat ik onverwoestbaar was.
En toen kreeg ik zelf een kind, de confrontatie was echt en pijnlijk. Daardoor moest ik wel diepgaan en nog een laatste keer echt vechten om alles een plekje te geven. Ik vecht nog steeds af en toe met mijzelf en vooral tegen mijzelf. Het benauwd mij soms nog steeds als ik besef dat er mensen zijn die om mij geven. Maar ik ben ook eindelijk verder gegaan. Ik ben niet zo groot maar als ik denk aan hoe ik ben gegroeid de afgelopen vier jaar voel ik mij "10 feet tall".
En dat kleine meisje vijventwintig jaar geleden dat zo graag onopvallend wilde zijn zou echt niet geloven dat ik vorig jaar een knalrode jas heb gekocht. Ik zou haar zoveel willen zeggen maar vooral dat ze het waard is.
Reacties
Een reactie posten